Zit je te denken aan een citytrip? Al eens gedacht aan de spa-hoofdstad van de wereld?
De Romeinen wisten het al: je gaat naar Boedapest vanwege de geneeskrachtige bronnen. Toen heette het aan de rechteroever gelegen Boeda nog Aquincum en het aan de linkeroever gelegen Pest, Contra-Aquincum.
Nog steeds baden dagelijks vele inwoners en bezoekers zich in de talrijke thermale bronnen die de stad rijk is. De baden zijn niet alleen toegankelijk voor mensen met huidproblemen of gezondheidsproblemen maar natuurlijk ook voor iedereen die zich wil ontspannen.
In het stadspark van Boedapest, Varösliget, bevindt zich het mooiste kuuroord van Boedapest, de Széchenyi-baden. Je waant je terug in de tijd als je in het 1913 in neo-barokke stijl gebouwde complex baadt. Het is een enorm groot complex met een 50-meterbad en twee warmwaterbaden buiten en vele thermale baden en sauna’s binnen. Het water van de bron is bijzonder warm, zo’n 75 graden.
Andere beroemde badhuizen zijn de Rudasbaden, waarschijnlijk de oudste van Boedapest. Het achthoekige centrale bad wordt omringd door zes kleinere baden. Door een grote glazen koepel is er een mooie lichtval. Het complex is onlangs helemaal gerenoveerd.
De Királybaden zijn in 1565 door de Turken gebouwd, zodat zij binnen de stadsmuren van een weldadig en reinigend bad konden genieten. Het water komt van elders, omdat het bad niet bovenop een warmwaterbron is neergezet. Er zijn aparte dagen voor mannen en vrouwen. Goed om te weten is dat op mannendagen er voornamelijk homoseksuelen komen.
Aan de voet van de Gellértheuvel liggen de Gellertbaden, een van de mooiste, bekendste maar ook duurste badhuizen van Hongarije. Het in art-nouveaustijl gebouwde badhuis beschikt over diverse baden, waaronder binnenbaden, buitenbaden, bubbelbaden en gescheiden baden voor mannen en vrouwen. Hou er eventueel rekening mee dat de Gellertbaden vooral in het weekend druk kunnen zijn
Een stedentrip naar Boedapest kan dus niet zonder een bezoek aan een badhuis.